Amersfoort heeft sinds 1259 stadsrechten, meer dan 750 jaar aan rijke stadsgeschiedenis en een bijzonder goed bewaard gebleven binnenstad. Een van de markante merkwaardigheden die voor de stad grote gevolgen zou hebben was het zgn. Mirakel van Amersfoort van 1444, waardoor de stad een favoriet pelgrimsoord zou worden. De pelgrims offerden tezamen de bouw van de Onze Lieve Vrouwetoren bijeen die sinds zijn voltooiing in 1471 door zijn slank silhouet de stad van verre aankondigt.
Het wonder van Amersfoort kan bijzonder goed verbeeld worden door het portaal van deze stadstoren te voorzien van een beeldverhaal dat recht doet aan Maria, de patrones van de toren, en aan de pelgrims die door hun bijdragen een onuitwisbaar baken hebben achtergelaten.
De Stichting Open Oog heeft voor het ontwerp van deze verbeelding opdracht verstrekt aan de beeldend kunstenaar Eric Claus. Het resultaat is de bronzen Pelgrimsdeur, die in 2014 door Open Oog is aangeboden aan de stad.
‘Het Wonder van Amersfoort’
In december 1444 kwam een jong meisje, Geertgen Arend, vanuit Nijkerk naar Amersfoort om daar te worden opgenomen in het St. Agnietenklooster. In haar bagage voerde zij onder meer een beeldje van Onze Lieve Vrouw mee. Ze schaamde zich echter dit eenvoudige beeldje te moeten meenemen naar het klooster en ze-besloot het in de stadsgracht te gooien. Enige dagen later kreeg een vrome vrouw, Margriet Albert Gyssen, in een droom tot driemaal toe de opdracht het beeldje uit de gracht te vissen. Ze ging naar de Kamperbuitenpoort en ontdekte dat het stromende water het beeldje niet meevoerde. Op miraculeuze wijze lag het beeldje bewegingloos in het water. Ze nam het beeldje mee naar huis en stak er enkele kaarsen voor aan. Deze kaarsen brandden zonder dat zij kleiner werden. Dit en andere bijzondere gebeurtenissen deden de vrouw besluiten haar biechtvader, Jan van Schoonhoven, te raadplegen. Deze laatste nam het beeldje mee naar de Lieve Vrouwekapel, waar de “tekenen” eveneens plaatsvonden.
De wonderbaarlijke gebeurtenissen werden spoedig in het land bekend en honderden mensen onder-namen een pelgrimstocht naar het wonderbaarlijke Mariabeeld van Amersfoort. Vooral de zieken hoopten hier genezing te vinden. Van de offers die de pelgrims brachten, werden de broederschap en de kerk erg rijk. In een droom kreeg de oud procuratrice van het Agnietenklooster de opdracht al deze gelden te besteden aan de bouw van een waardig teken, kerk en toren.
De Mantelmadonna
De iconografische voorstelling van de blauwe Mantelmadonna is uit een langdurige kerktraditie gegroeid. De verering van de moederfiguur, die maagd was en vereerd werd als de Moeder Gods (Concilie van Efeze 431) is sedertdien een inspiratiebron geweest voor de kerkelijke kunst. Zo wordt Maria in de middeleeuwen voorgesteld tronend met Christus, gekroond als koningin van de hemel, met in haar handen de scepter en de rijksappel, of als de Mater Majestas, gekroond en met de maan onder haar voeten als teken van haar kuisheid. Maar in de tijd dat de toren werd gebouwd (1450-1470) is de voorstelling veel minder streng en formeel. Zij wordt afgebeeld als de Mater Amabilis, de liefde¬volle moeder die haar kind zoogt. Uit de volksdevotie groeit een beeldrijkdom rond haar legendarische levensgeschiedenis. Zij wordt onder meer voorgesteld als Maria van Barmhartigheid, als de Moeder van Smarten en als de blauwe Mantelmadonna.
Het blauw van de mantel verzinnebeeldt de kleur van de hemel. De mantel zelf is de schuilplaats voor boetvaardigen, pelgrims en vluchtelingen. Juist de veertiende en vijftiende eeuw worden geteisterd door oorlogen en pestepidemieën. Deze rampen werden gezien als de straf van God. Maria wordt dan aangesproken als bemiddelaarster met een voorspraak van de mens bij God. De gekroonde Maria staat met gespreide armen en wijde mantel, waaronder vluchtelingen schuilgaan tegen oorlog en pest.
De Pelgrims
Uiteindelijk heeft Amersfoort aan de toestroom van talloze pelgrims de bouw van de OLV-toren te danken, ook al zal zeker de stad zelf in het derde kwart van de vijftiende eeuw uit welbegrepen eigenbelang in deze toren geïnvesteerd hebben.
Amersfoort was in die dagen een welvarende stad. Deze toestroom van pelgrims, misschien ook wel de trek naar de stad waar welvaart te vinden was, moet het sociale en economische leven en daarmee het hele stadsbeeld tussen 1450 en 1550 op een indrukwekkende manier bepaald hebben.
Het neveneffect van die stroom vreemdelingen van buiten de poort was ook dat Amersfoort in de eeuwen daarna goed om wist te gaan met mensen van buiten, die veiligheid en gastvrijheid zochten. Daardoor krijgt het fenomeen van de pelgrim een meer universeel karakter en wordt het een geuzennaam voor ieder die uit de benardheid een goed heenkomen en een toevlucht zoekt, waar hij of zij een nieuwe toekomst kan opbouwen.
Eric Claus, beeldhouwer en ontwerper van de Pelgrimsdeur, heeft die lijn doorgetrokken naar de tegenwoordige tijd. De moderne vluchteling heeft vanaf de vroege twintigste eeuw de weg naar Amersfoort weten te vinden en moest daar zijn plaats veroveren. Niet alleen de tijdelijke vestiging van de tienduizenden Belgische vluchtelingen tussen 1914 en 1918, maar zeker ook de naoorlogse definitieve trek uit het zuiden en het oosten van Europa en van elders.
Onthulling Pelgrimsdeur
De Pelgrimsdeur is vervaardigd door bronsgieter Hans Steylaart in Waardenburg en werd op 15 maart 2014 aangeboden aan de gemeente Amersfoort en door loco-burgemeester Hans Buijtelaar met het bestuur van Open Oog onthuld. Voor het proces met fotoverslag: zie Jaarverslag Open Oog 2014, te downloaden vanaf deze website onderaan de pagina ‘stichting en bestuur’.
Eric Claus, beeldhouwer
Eric Claus is zijn leven lang een onafhankelijk en strijdbaar kunstenaar. Hij heeft een tomeloze energie en onderzoekt, voordat hij met de uitvoering van een opdracht begint, eerst zeer uitvoerig de achtergronden en mogelijke interpretaties van het opgedragen onderwerp. Hij is typisch een onderzoekend ontwerper, waarbij inzicht voortdurend in wording is. De door hem nagestreefde verbeelding is de vrucht van een intensief rijpingsproces. Ook bij monumentale opdrachten blijft hij relativerend en wil hij zijn speelse, vaak ook romantische fantasie niet aan conventies opofferen. Maar hoe tegendraads hij ook kan zijn, hij oefent zijn beroep uit volgens de aard van vakmanschap. En kunstzin moet telkens resulteren in het beste kunnen.
Het ontwerpproces dat meer dan een jaar in beslag nam leverde talloze studie-schetsen op, die - zoals vaker bij beeldhouwers - uitblinken in heldere contouren en die vaak op zichzelf al weer bijzondere kunstobjecten zijn. Hij werkt met was, waarmee z.i. het best te modelleren valt. Daarmee kan spanning en emotie tot uitdrukking worden gebracht. Voordat hij tot de finale productie van zijn opdracht komt heeft hij al tal van proefmodellen op kleine schaal in brons laten gieten.
Bij een bezoek aan de ateliers van Eric Claus word je als het ware ondergedompeld in de rijkdom van zijn verbeeldingskracht. Een oeuvre in meer dan 50 jaar opgebouwd. is zo verleidelijk, dat als je daar eenmaal te gast bent geweest, je gewoonweg opgezogen wordt in de onweerstaanbare drang om er telkens weer naar terug te keren.
Eric Claus
- Geboren te Haarlem 3 juni 1936. Woont in Broek in Waterland en heeft zijn atelier in Watergang
- 1949-1952: Grafische School, Amsterdam
- 1952-1954: Rijksnormaalschool voor tekenleraren, Amsterdam
- 1955-1960: Rijksakademie van beeldende kunsten, Amsterdam
- 1979-1990: Hoogleraar aan de Rijksakademie, Amsterdam